Partir & sortir:
De vervoeging van deze werkwoorden die op -tir eindigen gaat hetzelfde. Maar er zijn nog meer werkwoorden die je hetzelfde vervoegt. Hier een klein overzicht.
- partir – vertrekken (hww = être)
- sortir – uitgaan (hww = être)
- dormir – slapen
- servir – dienen, serveren
Oefeningen
- Memory met partir (présent).
- Vul de juiste form van partir in (présent).
- Kies steeds de juiste vorm van partir (présent).
- Oefen met partir, aller, venir en schuif de vervoeging naar het juiste infinitief.
- Vul de juiste vorm van partir in (présent, passé composé, futur).
- Vul hier de juiste vorm van partir en sortir in.
- Invuloefening partir, sortir en dormir (présent)..
- Invuloefening partir, sortir en dormir (présent).
- Invuloefening partir, sortir en dormir (présent).
- Uitleg over de werkwoorden, een invuloefening en een luisteroefening (présent).
- Heel veel werkwoorden om mee te oefenen (présent).
Oefeningen
- Schrijf een verhaaltje in het Frans. Vertel dat je gisteren vertrokken bent naar Frankrijk. Waar heb je geslapen? In een hotel? Bij vrienden? En ben je nog uitgegaan? Klaar? Laat lezen aan je klasgenoot of aan je docent.