We maken onderscheid tussen het bijvoeglijk naamwoord:
- na een woord van de DER-groep
- na een woord van de EIN-groep
- als er geen woord uit de der- of ein-groep voor staat (de NULL-groep).
Bijvoeglijk naamwoord na een woord van de DER-groep: klik hier voor de uitleg en het schema.
Voor het bijvoeglijk naamwoord na een woord van de EIN-groep klik je hier.
Als er géén woord uit de der- of ein-groep voor het bijvoeglijk naamwoord staat: klik hier.
In het filmpje hieronder wordt alles wat betreft de uitgangen van het bijvoeglijk naamwoord nog eens uitgelegd:
Dit zeer uitgebreide naamvalschema kun je als opzoekgrammatica gebruiken.
Oefeningen
- Kies de juiste uitgang van het bijvoeglijk naamwoord.
- Vul de juiste uitgangen in. Denk aan de naamvalen.
- Ook bij deze oefening bepaal je eerst de naamval en vul je de juiste uitgang in.
Oefeningen
- Der-Ein-Null-groep gemengd: invuloefening.
- Der-Ein-Null-groep: multiple choice.
- Vul de goede uitgang van het bijvoeglijk naamwoord in.
- Bij deze invuloefening vind je de antwoorden onderaan de bladzijde.
- Ook bij deze oefening vind je de antwoorden onderaan de bladzijde.
- Vul de juiste uitgangen in. Let op de naamvallen!
- Vul de juiste uitgang van het lidwoord en het bijvoeglijk naamwoord in.
- Vul de juiste uitgangen in; indien nodig kun je tips vragen.