wederkerend werkwoord

Frans lijn2
Filmpje:Doen

Stap 1: het wederkerend werkwoord in de présent. Maak ook de oefeningen bij het filmpje.

knipsel4

 

 

 

 

 

 

 

Stap 2: bedenk nu hoe je een wederkerend werkwoord in de imparfait vervoegt.

Stap 3: de passé composé. Je gebruikt hiervoor ALTIJD het hulpwerkwoord être. En wat gebeurt er ook alweer met het voltooid deelwoord als het hulpwerkwoord être is? Denk dus aan de être-regel!

knipsel5

Frans lijn2

doen

 

 

 

 

 

 

Oefeningen

Het wederkerende werkwoord vraagt wel wat oefening:

  1. Puzzel: zoek de genoemde wederkerende werkwoorden.
  2. Wijs de wederkerende werkwoorden aan.
  3. Beantwoord de vragen over het wederkerend werkwoord.
  4. Puzzel: verbind de werkwoorden met de persoonlijke voornaamwoorden.
  5. Vul de ontbrekende particules (= wederkerend deel) in.
  6. Vervoeg het werkwoord se réveiller ( = wakker worden).
  7. Vul de juiste vorm in (présent).
  8. Vul de juiste vorm in (présent).
  9. Vul de juiste vorm in (présent). Let op! Van se lever ( = opstaan) verandert de e in een è als de laatste lettergreep geen klank heeft (je me lève).
  10. Oefen hier nog een keer met se lever.
  11. Wat is het voltooid deelwoord?
  12. Wat is het voltooid deelwoord (stap moeilijker!)?
  13. Vul de ontbrekende particules in. Die heb je ook nodig als je wederkerende werkwoorden in de infinitief (hele werkwoord) gebruikt.
  14. Oefen nu met s’entendre (= kunnen opschieten met).
  15. Het wederkerend werkwoord (passé composé).
  16. Het wederkerend werkwoord (passé composé).
  17. Het wederkerend werkwoord (passé composé).
  18. Het wederkerend werkwoord ontkennen (présent).
  19. Het wederkerend werkwoord ontkennen (passé composé).

Frans lijn2

OefeningenSnappen

  1. Alle werkwoorden door elkaar. Klik aan: speel je alleen of tegen iemand anders.
  2. Herhaal allerlei werkwoorden.