Savoir betekent weten, kennen. Connaître betekent ook kennen. Wat een verwarring! Wat is nou het verschil?
savoir:
- ik heb het geleerd: Je sais les verbes.
- ik weet hoe iets gedaan moet worden: Je sais nager (= zwemmen).
- ik weet dat … : Je sais qu’il est méchant (ik weet dat hij gemeen is).
connaître:
- ik ken een persoon of weet dat die bestaat: Je connais Marc, c’est mon ami.
- je kent bijvoorbeeld een dorp of stad, die heb je al eens bezocht: Je connais Amsterdam. J’étais à Amsterdam la semaine dernière.
- iets kennen of het al gezien hebben: Je connais ce livre (want ik heb het al gelezen).
- een persoon, je kent de prijs van een product of de afstand tussen twee plaatsen, je kent de weg.
- klik hier voor de vervoeging van connaître.