Hieronder staan de 9 Duitse keuzevoorzetsels. Bij deze voorzetsels moet je kiezen tussen de Dativ (3e nv) en de Akkusativ (4e nv):
an = aan, op
auf = op
hinter = achter
in = in; over; naar
neben = naast
über = over; boven
unter = onder
vor = voor
zwischen = tussen
In onderstaand document vind je uitleg over het gebruik van de keuzevoorzetsels:
Bekijk het filmpje over de Wechselpräpositionen (keuzevoorzetsels):
Oefeningen:
- Dativ of Akkusativ? Vul de juiste uitgang in.
- Bepaal de naamval en vul de juiste uitgang in.
- Verbind de naamval met de uitdrukkingen.
- Vul de goede vorm in.
- Kies de juiste vorm (1).
- Kies de juiste vorm (2).
- Kies de juiste vorm (3)
- Bepaal de naamval en vul de juiste uitgang in.