Zorg dat je de werkwoordsvormen goed kent: “haben”, “sein” en “werden” in de verleden tijd.
Klik hier voor de volledige vervoeging (o.t.t. en o.v.t.) van de werkwoorden “haben”, “sein” en “werden”.
Oefeningen:
Oefeningen:
Zorg dat je de werkwoordsvormen goed kent: “haben”, “sein” en “werden” in de verleden tijd.
Klik hier voor de volledige vervoeging (o.t.t. en o.v.t.) van de werkwoorden “haben”, “sein” en “werden”.
Oefeningen:
Oefeningen: